Onderzoek naar de problematiek rond het gebruik van 'minder hinder'-steenslag in de wegenbouw

Abstract

BESIX Infra stelt de vraag om onderzoek te doen naar de problemen die 'minder hinder'-steenslag (betonpuin 20/63) in de wegenbouw met zich meebrengt. Het doel van deze thesis is om deze problemen, die gepaard gaan met de 'minder hinder'-steenslag, in kaart te brengen en een oplossing hiervoor te bieden. Het praktisch onderzoek begint met het plaatsen van proefvakken die bestaan uit drie verschillende samenstellingen van steenslag: 25 cm 'minder hinder'-steenslag, 25 cm silexsteen en een combinatie van 20 cm betonpuin 0/40 met 5 cm 'minder hinder'-steenslag. Deze drie soorten samenstellingen worden dan ook nog op twee verschillende ondergronden (leem en gekalkte leem) gebruikt, met en zonder geotextiel en één maal met drainage. Allereerst worden open-end testen uitgevoerd op de leem en gekalkte leem. Ten tweede wordt met plaatproeven het proefvak met de beste draagkracht bepaald. Ten derde worden ringproeven uitgevoerd om de infiltratiesnelheid van de onderfunderingslaag zelf te bepalen. Vervolgens wordt de staat van de proefvakken grondig bestudeerd en wordt er ook gekeken naar economische oplossingen. Uit het onderzoek blijkt allereerst dat de gekalkte leemgrond minder doorlatend is dan de gewone leemgrond. Vervolgens blijkt ook dat 20 cm betonpuin 0/40 en 5 cm betonpuin 20/63 met een geotextiel en drainage voor het minste hinder zal zorgen op wegenwerven met leemgrond. De ringproef blijkt niet geschikt te zijn om toe te passen op ondoorlatende gronden.