Evidence-based interdisciplinair onderwijs bij de nieuwe master in materiomics

Abstract

Aan de Faculteit Wetenschappen van de UHasselt start vanaf 2022-2023 een nieuwe masteropleiding materiomics gericht op studenten die duurzame en innovatieve materialen willen ontwikkelen op het snijvlak van chemie en fysica en aan de hand van zowel theoretische/computationele als experimentele benaderingen: de interdisciplinaire T-shaped professional.

Van bij het eerste design van de nieuwe master was het duidelijk dat een interdisciplinaire aanpak de ruggengraat moest zijn om tegemoet te komen aan de steeds complexer wordende materiaalgerelateerde maatschappelijke vraagstukken. Interdisciplinariteit is dé onderscheidende factor en kracht van de master in materiomics, waarbij studenten worden opgeleid als bruggenbouwers tussen chemie en fysica, alsook tussen experimenteel en theoretisch/computationeel. Interdisciplinariteit wordt hierbij stapsgewijs geïntroduceerd doorheen het curriculum, voortbouwend op de vier leermechanismen uit de boundary crossing theorie (Kluijtmans, 2019, gebaseerd op Akkerman & Bakker, 2011): identificatie, coördinatie, reflectie en transformatie.

Meer bepaald worden studenten geïntroduceerd in de verschillende perspectieven en benaderingen, het leggen van connecties tussen verschillende invalshoeken, het synthetiseren ervan (bv. via opdrachten, groepswerk...), en het toepassen van dit alles bij nieuwe, complexe materiaalprobleemstellingen (bv. via een hands-on project, de stage en de masterproef).

Om de implementatie van de interdisciplinaire leerlijn en de ontwikkeling van interdisciplinaire competenties bij studenten te maximaliseren, wordt er gewerkt met een groeiportfolio dat drie keer per jaar wordt besproken met een mentor (ZAP-lid van de master). Daarnaast willen we echter ten volle inzetten op het evidence-based en systematisch ondersteunen van docenten en studenten in interdisciplinair werken en de bijbehorende competentie-ontwikkeling. In de ontwikkelingsfase van het curriculum ging het hierbij om het ontwikkelen van een duidelijke visie omtrent interdisciplinariteit en de beschrijving van de leerlijn doorheen het curriculum. Daarnaast zijn er reeds verschillende professionaliseringssessies over interdisciplinair doceren en evalueren geweest voor docenten. In de volgende stap, de implementatiefase, gaat het o.a. om:

- Ondersteuning van de implementatie via praktijkgericht onderzoek (inclusief literatuurstudie) en feedback van studenten en docenten

- Onderwijsprofessionalisering en uitwisseling van good practices ter zake (binnen en buiten de opleiding)

- Het faciliteren van de werking van interdisciplinaire docententeams, uitwerken van interdisciplinaire opleidingsonderdelen en methodieken (bv. het toepassen van design thinking (Melles, 2020) en het STEMOOV-model, zie https://stemoov.weebly.com/; het uitwerken van ondersteunende workshops die de vier boundary crossing leermechanismen ondersteunen; Oonk, Gulikers, den Brok, & Mulder, 2022), tools m.b.t. het evalueren van interdisciplinaire competenties (Gulikers & Oonk, 2019), …

Zodra de nieuwe master gestart is, zal het effect van bovenstaande acties geëvalueerd en bijgestuurd worden.

Tijdens de postersessie wordt een update gegeven van de verdere acties in het kader van de implementatiefase, alsook een feedforward van toekomstige doelstellingen in dit kader.