Evaluatie van de nieuwe eindtermen financiële basisgeletterdheid in de eerste graad van het secundair onderwijs

Abstract

Op 1 september 2019 gingen er in Vlaanderen in het eerste jaar van de eerste graad van het secundair onderwijs nieuwe eindtermen van kracht. Tijdens de modernisering van het onderwijs werd meer specifiek het concept eindtermen basisgeletterdheid geïntroduceerd. Aangezien onder andere de bekwaamheid om weloverwogen financiële beslissingen te nemen een essentiële levensvaardigheid is in de eenentwintigste eeuw, werd er een financiële component aan de reeks basisgeletterdheden toegevoegd: de financiële basisgeletterdheid. Twee schooljaren later werd het tijd om eens een blik te werpen op de eerste generatie leerlingen die afstudeerden aan de gemoderniseerde eerste graad. In deze masterproef is gezocht naar een antwoord op de centrale onderzoeksvraag: “In welke mate werden de eindtermen financiële basisgeletterdheid bereikt sinds ze van kracht zijn gegaan in 2019?”. Wanneer BG 11.1 onder de loep genomen wordt, kan er gesteld worden dat alle respondenten deze eindterm behaald hebben. Datzelfde kan niet over BG 11.2 en BG 11.3 gezegd worden, waarbij de financiële basisgeletterdheid van respectievelijk vier respondenten en elf respondenten in vraag gesteld kan worden. Er kan bijgevolg geconcludeerd worden dat het Vlaams onderwijs de leerlingen over het algemeen klaarstoomt om te functioneren in de samenleving op financieel vlak. Er is evenwel nog ruimte voor verbetering: alle leerlingen moeten de nieuwe eindtermen financiële basisgeletterdheid bereiken.