De didactische kracht van het 'referentiekader': Het gebruik van referenties in het hoger architectuur-onderwijs

Abstract

Deze thesis kadert het gebruik van het vakdidactisch referentiekader en referenties die opgeslagen worden in het referentiekader van de eerstejaarsstudenten (interieur-) architectuur. Dit met het oog op een verbeterde ondersteuning en leidraad voor de studenten.

Allereerst kijken we naar de literatuur en eerdere onderzoeken over de onderzoeksvraag. We maken kennis met de definities en de verschillen tussen een referentie (-rugzak) of een (vakdidactisch) referentiekader. Ook bekijken we op welke manier referenties het best aangehaald worden in de opleiding.

Ten tweede vertrekken we vanuit eigen bevindingen met de literatuurstudie om in gesprek te gaan met de studenten en docenten van faculteit Architectuur en Kunst aan de Universiteit Hasselt. Dit aan de hand van focusgroepen en interviews.

Tot slot voegen we alle resultaten uit het voorgaande onderzoek samen in een kijkwijzer, de Referentiecheck. Deze helpt de studenten om een gevonden project te beoordelen als referentie en bijkomend de relevantie of waarde ervan. Bovendien geeft de Referentiecheck ook een antwoord op het ordeningssysteem dat mogelijke referenties classificeert op basis van waarde binnen het referentiekader. Deze bestaat uit een primaire, secundaire en tertiaire referentie.