Please use this identifier to cite or link to this item: http://hdl.handle.net/1942/16368
Title: Analysekader voor de monitoring van bereikbaarheid in Vlaanderen
Other Titles: Kwantificatie van een ruime set van bereikbaarheidsindicatoren
Authors: REUMERS, Sofie 
HERMANS, Elke 
JANSSENS, Davy 
WETS, Geert 
Issue Date: 2012
Publisher: Steunpunt Mobiliteit & Openbare Werken – Spoor Verkeersveiligheid
Series/Report: RA-MOW-2011-34
Abstract: Dit rapport is het vervolg op het eerdere steunpuntrapport “Een verkennende literatuurstudie naar indicatoren die relevant zijn bij het in beeld brengen van bereikbaarheid in Vlaanderen” (Reumers, Hermans, Janssens, De Jong, & Wets, 2011) en geeft een invulling van de in de literatuurstudie voorgestelde bereikbaarheidsindicatoren voor Vlaanderen. De voorgestelde indicatoren werden in de literatuurstudie opgedeeld naar vier belangrijke aspecten van bereikbaarheid, zijnde transport, ruimtelijke ordening, beleid en context, met het oog op het garanderen van een theoretisch verantwoorde en alomvattende voorstelling van bereikbaarheid. In het huidige rapport wordt dezelfde opdeling aangehouden. Het doel van dit rapport omvat het kwantificeren van de huidige stand van zaken op vlak van bereikbaarheid in Vlaanderen. De integrale invulling van de indicatorenset door dataverzameling leidt immers tot een rijk overzicht van de bereikbaarheidssituatie in Vlaanderen. Uit dit rijk overzicht kan een set van bereikbaarheidsindicatoren gekozen worden voor de monitoring van bereikbaarheid in Vlaanderen. De uiteindelijke indicatorenset, inclusief de nulmeting van die set, zal bepaald worden in een vervolgrapport. Op basis van die nulmeting kan het rapport in de toekomst gehanteerd worden om de evolutie in bereikbaarheid (trends) weer te geven door het op structurele wijze uitvoeren van een vergelijkbare invulling. Met behulp van de indicatorwaarden kunnen bovendien de effecten van bereikbaarheidsinitiatieven afzonderlijk geëvalueerd worden, wat leidt tot een doelgericht bereikbaarheidsbeleid en een efficiënte besteding van bereikbaarheidsbudgetten (Hermans, 2009; Litman, 2005, 2007). Het tweede hoofdstuk van dit rapport is een rijke verzameling van indicatorwaarden. Het geeft de meest recente Vlaamse cijfers, en bij gebrek daaraan Belgische cijfers, voor de 228 bereikbaarheidsindicatoren die voorgesteld werden in Reumers et al. (2011), en toont aan waar of door wie de indicatoren geregistreerd en gepubliceerd werden. Daarnaast blijkt uit voor welke indicatoren Vlaamse cijfers slechts deels beschikbaar of onbeschikbaar zijn. De gepresenteerde cijfers zijn voornamelijk afkomstig uit publiek raadpleegbare elektronische bronnen. De gehanteerde onderzoeksmethode, namelijk de consultatie van elektronische bronnen op het internet, impliceert echter dat er bijkomende gegevenssets bestaan die niet opgenomen zijn in dit rapport. Immers, de mogelijkheid bestaat dat niet alle relevante documenten via het World Wide Web werden teruggevonden of dat sommige gegevens wel beschikbaar zijn maar niet via het World Wide Web ontsloten zijn. De mobiliteitsvraag en het mobiliteitsaanbod worden momenteel in grote mate becijferd, maar vaak zijn dit geen recente cijfers, moeten meerdere referenties gehanteerd worden voor een zo volledig mogelijke invulling of zijn cijfers enkel beschikbaar op federaal niveau. Indicatoren m.b.t. de confrontatie tussen de mobiliteitsvraag en het mobiliteitsaanbod worden echter zelden becijferd, geregistreerd en gepubliceerd voor het volledig Vlaams grondgebied. De vraag naar ruimte en activiteiten wordt (deels) becijferd. Maar het aanbod, en de confrontatie tussen vraag en aanbod, in cijfers uitdrukken is voor Vlaanderen nog geen sinecure. Met betrekking tot beleid worden momenteel dan weer heel wat cijfers verzameld, hoewel ook hier uiteenlopende referenties nodig zijn om een uitspraak te doen voor alle modi of voor alle aspecten van de indicator. Temporele beperkingen, weersomstandigheden en technologie zijn contextuele aspecten van bereikbaarheid waarvoor indicatorwaarden slechts in beperkte mate voorhanden zijn. De Vlaamse economie, socio-demografie, ecologie en de individuele beperkingen in Vlaanderen worden dan weer in ruime mate becijferd. Heel wat van de 228 bereikbaarheidsindicatoren uit Reumers et al. (2011) worden momenteel gekwantificeerd op Vlaams niveau. Dit levert een rijke verzameling van indicatorwaarden op, waaruit een finale set van indicatoren bepaald kan worden die gezamenlijk de huidige Vlaamse bereikbaarheid in beeld zullen brengen. Nochtans zijn er toch wat indicatoren waarvoor dataverzameling nog niet (systematisch) gebeurt of waarvoor dit momenteel slecht op federaal niveau wordt uitgevoerd. Dit laatste is vooral van toepassing op federale materies (vb. spoorwegen). Tot slot kan men besluiten dat uiteenlopende referenties vereist zijn om te komen tot deze rijke verzameling van indicatorwaarden.
This report is the sequel to the previous report “Literature review of indicators of accessibility” (Reumers, Hermans, Janssens, De Jong, & Wets, 2011) and provides an interpretation of the in the literature review proposed indicators of accessibility for Flanders. The indicators proposed in the literature review were divided into four major aspects of accessibility, i.e. transport, land-use, policy and context, to ensure a sound and comprehensive theoretical representation of accessibility. In the current report the same division is held. The purpose of this report includes quantifying the current situation in terms of accessibility in Flanders. The complete quantification of the set of indicators by data collection leads to a rich overview of the accessibility situation in Flanders. From this overview, a set of indicators can be chosen for the monitoring of accessibility in Flanders. This final set, including the baseline measurement of that set, will be determined in a subsequent report. Based on that measurement, the report may be applied to evaluate the evolution in accessibility (trends) in the future, by performing a similar quantification in a structural manner. Using the indicator values, the effects of accessibility initiatives could be evaluated separately, leading to a purposeful accessibility policy and an efficient use of accessibility budgets (Hermans, 2009; Litman, 2005, 2007). The second chapter of this report is a rich collection of indicator values. It provides the latest Flemish figures, and Belgian figures in the absence of Flemish ones, for the 228 indicators of accessibility that were presented in Reumers et al. (2011), and shows where or by whom the indicators are recorded and published. The presented figures originate mainly from publicly accessible online resources. Indicators for which Flemish figures are only partly available or unavailable are also evident from this baseline measurement. The applied research method, namely the consultation of electronic resources on the internet, implies that there may be additional data sets that are not included in this report. Indeed, the possibility exists that not all relevant documents were found on the World Wide Web or that some data is available but not accessible via the World Wide Web. The demand for transport and the transport supply are currently largely quantified, but often there’s a lack of recent figures, multiple references are needed for the fullest possible interpretation or figures are only available at the federal level. Indicators regarding the confrontation between transport demand and supply are rarely quantified, recorded and published covering the entire Flemish territory. The demand for land-use and activities is (partly) quantified. But quantifying the supply, and the confrontation between supply and demand, for Flanders is still no sinecure. With regard to policy, currently quite some figures are collected, although again different references are needed to rule for all modes or for all aspects of the indicator. Temporal limits, weather conditions and technology are contextual aspects of accessibility for which indicator values are only limitedly available. However, the Flemish economy, socio-demography, ecology and the individual restrictions in Flanders are largely quantified. Many of the 228 accessibility indicators from Reumers et al. (2011) are currently being quantified in Flanders. This provides a rich set of indicator values, from which a final set of indicators that together form a view on the current degree of accessibility in Flanders can be determined. However, there are some indicators for which data collection is not yet (systematically) performed or for which it is currently limited to data collection at the federal level. This is especially applicable to federal matters (e.g. railways). Finally, one can conclude that different credentials are needed to come to this rich collection of indicator values.
Document URI: http://hdl.handle.net/1942/16368
Link to publication/dataset: http://www.steunpuntmowverkeersveiligheid.be/nl/node/560
Category: R2
Type: Research Report
Appears in Collections:Research publications

Files in This Item:
File Description SizeFormat 
RA-MOW-2011-034 (rapport).pdf1.47 MBAdobe PDFView/Open
RA-MOW-2011-034 (bijlage-A).pdfSupplementary material5.72 MBAdobe PDFView/Open
RA-MOW-2011-034 (bijlage-B).pdfSupplementary material5.44 MBAdobe PDFView/Open
Show full item record

Google ScholarTM

Check


Items in DSpace are protected by copyright, with all rights reserved, unless otherwise indicated.